Met
autochtoon (
Oud-Grieks: αὐτος
autos = "zelf" en χθων
chthoon = "land, grond") wordt doorgaans de
inheemse bevolking aangeduid; in tegenstelling tot
allochtoon dat wordt gebruikt voor hier wonende personen die zelf of wier ouders niet van hier afkomstig zijn. In
Vlaanderen gebruikt men als tegenhanger van de 'autochtonen' ook soms de term '
nieuwe Vlamingen'. In het begin was de definitie: iemand die in het buitenland is geboren. Het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert nu als definitie:
- beide ouders zijn in Nederland geboren, ongeacht het land waar iemand zelf is geboren.