In het jaar 616 breidde een anonymus
Dionysius Exiguus’ Paastabel uit tot een paastabel betrekking hebbend op de jaren 532 tot en met 721, die omstreeks het jaar 650 werd aanvaard door de kerk van Rome. De Engelse monnik en historicus
Beda Venerabilis publiceerde in het jaar 725 een nieuwe uitbreiding van Dionysius Exiguus’ Paastabel tot een grote
paascyclus, die
in zijn geheel periodiek is. Met de aanvaarding van Beda Venerabilis’ Paascyclus door de kerken in
Brittannië en
Ierland en in het Frankische koninkrijk in de loop van de achtste eeuw en door de kerk van
Rome omstreeks het jaar 800 werden alle toekomstige
juliaanse kalenderdata van
Paaszondag definitief en ondubbelzinnig vastgelegd. Beda Venerabilis’ Paascyclus bestaat zowel uit maancycli (van 19 jaren) als uit zonnecycli (van 28 jaren), en heeft dientengevolge een periode van 532 jaren.