Begrazing is het gebruik om gronden,
weilanden,
natuurgebieden door
zoogdieren of soms door
vogels te laten begrazen. Er zijn verschillende manieren van begrazing.
Natuurbegrazing door in het wild levende zoogdieren is de oudste. Al millennia lang kennen veel samenlevingen de door een
herder gescheperde
kuddes van
gedomesticeerd vee. Verder was de
weidegang van
runderen, waarbij de beesten alleen 's winters op stal stonden, een gezonde en economische wijze van
veeteelt. Relatief nieuw is begrazing als
beheersmaatregel door de inzet van speciaal voor
natuurbeheer geschikte soorten vee, dit wordt ook wel
natuurlijke begrazing genoemd. De dieren kunnen zich in natuurlijke kuddes het jaar rond vrijwel zelfstandig handhaven in een bepaald gebied. Het
beheer met grote grazers is in Nederland en België pas na 1975 goed op gang gekomen.
Drukbegrazing is een methode om een bodem sterk te verschralen zonder machinale verwijdering van de toplaag. Hiertoe rastert men veel dieren in op een relatief klein opppervlak. Ze worden zo gedwongen ook de minder geliefde delen van de
vegetatie goed weg te vreten.