De
borstwering bij
verdedigingswerken is een dichte lage
weermuur tot borsthoogte, ter verdediging van de mensen die zich op de
vestingwal bevonden. In de
middeleeuwen bestond de borstwering over het algemeen uit een
gekanteelde muur. Op vele
kastelen is deze vorm van borstwering terug te vinden. In latere tijden werden borstweringen vaak opgeworpen door gebruik te maken van stenen en aarde. Tijdens de
Eerste Wereldoorlog werden deze simpele verdedigingswerken in groten getale gebruikt om de soldaten in de
loopgraven te beschermen. Tegenwoordig bestaat een borstwering over het algemeen uit zakken
gevuld met zand.