Het
Lineair B werd in 1900 ontdekt te
Knossos in centraal
Kreta door
archeoloog Arthur Evans. Het noteert een archaïsche vorm van de
Griekse taal, het zogenaamde
Myceens. Lineair B, een in hoofdzaak
syllabisch schrift, is opgebouwd uit 88 tekens die elk symbool staan voor een open lettergreep (ta, po, ...) of een klinker. Naast de syllabische tekens zijn er ook meer dan 100
ideogrammen die onder andere fysieke objecten, maten en gewichten voorstellen. Het Lineair B is gebaseerd op het
Lineair A, waarmee een tot dusver niet geïdentificeerde taal werd genoteerd.