Onder
modaliteit wordt het gebruik van modi verstaan (
Latijn:
modus = wijze, de wijze waarop de diatonische hele en halve tonen worden geordend t.o.v. de finalis en elkaar). Het woord modi wordt vaak gebruikt als men verwijst naar de gebruikelijke kerkmodi en toonladders van het gregoriaans tot aan de barokperiode: eolisch, dorisch, frygisch, lydisch en mixolydisch. Deze komen voor als authentieke of als plagale, alias hypomodus.