Satan (
Hebreeuws: הַשָׂטָן ,
ha-Satan, de tegenstander) is in het Oude Testament een algemene aanduiding voor uiteenlopende tegenstanders zoals de vorst van Tyrus (Ezechiël 28 en verder) en de stad Babel (Jesaja 14:14). Bij
christenen en
islamieten wordt Satan de benaming van een enkele persoonlijkheid, ook wel aangeduid als de
duivel of
Lucifer en gezien als een gevallen
(aarts-)engel, die door
God uit de
hemel werd geworpen toen deze tegen God in opstand kwam. Hij is de leider van rebellerende
gevallen engelen, die onder zijn aanvoering God verlaten hebben en wordt gezien als de verpersoonlijking van het
kwaad. Volgens moslims is hij geen engel maar een
djinn.