Het
Toskisch is een van de twee
dialectgroepen binnen het Albanees. De grens met de andere dialectgroep, het
Gegisch, wordt gevormd door de rivier Shkumbin in Midden-
Albanië. Ten zuiden van deze rivier bevindt zich een overgangszone van 10 tot 20 kilometer. Derhalve wordt in heel Zuid-Albanië en ook door de Albaneestaligen in
Griekenland Toskisch gesproken. Ook het Arbëresh in Zuid-
Italië behoort tot de Toskische dialectgroep. Ook binnen de dialectgroep bestaan grote verschillen. Het Gegisch en het Toskisch onderscheiden zich op het vlak van de
fonologie, het
lexicon en de
grammatica. In het Toskisch komt het
foneem ë vaak voor, dat onbeklemtoonde
klinkers vervangt. De Albanese schrifttaal is voornamelijk op het Toskisch gebaseerd.