In de meetkunde is een vierkante piramide een piramide met een vierkante basis, waarop vier driehoekige zijvlakken staan. Als alle zijvlakken gelijkzijdige driehoeken zijn dan is de piramide een Johnson-lichaam, (J1), dat kan worden beschouwd als de helft van een octaëder. De 92 Johnson-lichamen werden in 1966 benoemd en beschreven door Norman Johnson.