De
Wet op de economische delicten (WED,
22 juni 1950) is een
kaderwet, die een opsomming bevat van economische misdrijven en overtredingen. Deze opsomming is zeer divers. Een boer die de mestwetgeving overtreedt kan bijvoorbeeld op basis van de Wet op de economische delicten worden vervolgd. Maar ook een overtreding van milieuwetgeving, het
Vuurwerkbesluit of de
Woningwet kan een economisch delict zijn. Berechting op grond van de Wet op de economische delicten vindt meestal plaats bij de economische politierechter of de economische kamer van de rechtbank. In veel gevallen kan het voorkomen dat de straf voor een delict op basis van de WED hoger is dan de straf op basis van de overige wetgeving, zoals hierboven genoemd.