Letterlijk betekent het woord
bibliothecaris:
bewaarder van boeken (uit het
Grieks: βιβλίον = boek, θήκη = kist en het
Latijn: -arius = degene die iets doet). Een bibliothecaris werkt doorgaans in een
bibliotheek. Tegenwoordig is het niet meer een
beroep waarin uitsluitend
boeken bewaard worden. Er wordt in de Vlaamse en Nederlandse
bibliotheekwereld onderscheid gemaakt tussen twee functies op verschillende niveaus:
- informatiedienstverlening. Dit zijn de mensen die informatie en advies verschaffen aan bibliotheekbezoekers. Zij hebben meestal een opleiding op het niveau ASO (Vlaanderen) of MBO (Nederland). Voor grotere bibliotheken en voor leidinggevende functies doet men daarvoor beroep op afgestudeerden van het HBO (Nederland) of het Bachelor-niveau (Vlaanderen).
- informatiespecialisten. Deze zijn verantwoordelijk voor de beleidsbeslissingen in de bibliotheek: samenstelling van de collectie, wijze van ontsluiting van het uit te lenen materiaal, samenwerkingsverbanden met andere (wetenschappelijke) instellingen, informatisering, ... In Nederland bestaan voor deze functie de HBO-opleiding Informatiedienstverlening en -management en de cursus IDV-2 (Informatie Dienstverlening 2, een vervolg op de MBO-opleiding IDV-1). In Vlaanderen is er een opleiding "Gegradueerde in de Documentatie-, Informatie- en Bibliotheekwetenschappen". Daarnaast wordt ook wel een beroep gedaan op universitair geschoolden, of afgestudeerden van het Hoger onderwijs met ervaring. Zo bestaat er bijvoorbeeld een "Master in de Documentatie- en Bibliotheekwetenschap" aan de Universiteit Antwerpen. Ook bestaat er in Amsterdam een postacademische opleiding Informatiewetenschap.