Gliacellen (
Oudgrieks: γλία
glía = lijm) zijn
cellen die in het
zenuwstelsel voorkomen en de
neuronen verzorgen. De verhouding gliacellen/zenuwcellen is ongeveer 10:1. In tegenstelling tot de neuronen zijn gliacellen wel in staat zich te delen. Gliacellen vervullen een zevental functies:
- Het ondersteunen van het hersenweefsel; ze zorgen voor stevigheid en behoud van structuur. Tevens scheiden ze groepen neuronen van elkaar
- Oligodendrocyten in het centrale zenuwstelsel en schwanncellen in het perifere zenuwstelsel maken myeline aan om de axonen te beschermen en de elektrische geleiding te verbeteren
- Het opruimen van afval na neuronale verwonding of celdood
- Het bufferen van de concentratie kaliumionen in de extracellulaire ruimtes. Sommige verwijderen transmitters die vrijkomen bij synaptische transmissie
- Tijdens de ontwikkeling van de hersenen wijzen sommige gliacellen de weg aan migrerende zenuwcellen en geven aan in welke richting de axonen moeten groeien
- Bepaalde gliacellen helpen de bloed-hersenbarrière in stand te houden
- Gliacellen voorzien de zenuwcellen van voedingsstoffen.