Glycine (afgekort tot
Gly of
G) is één van de twintig natuurlijk voorkomende
aminozuren. De zuivere stof is een kleurloze tot witte
vaste stof met een zoete smaak, die goed oplosbaar is in
water. Het aminozuur werd in
1820 ontdekt door de
Franse scheikundige Henri Braconnot, toen hij
gelatine kookte met
zwavelzuur. Het wordt heden gebruikt als
additief in dierenvoeding, in
geneesmiddelen,
cosmetica en als tussenproduct voor de synthese van andere organische verbindingen.