Een
toontaal is een - in de meeste gevallen
analytische -
taal waarin veranderingen in
toonhoogte bij het uitspreken van een en dezelfde
lettergreep structureel leiden tot een verandering in de betekenis van het
woord. De bekendste toontalen zijn waarschijnlijk
Mandarijn en
Kantonees, maar vele andere ongerelateerde talen zijn eveneens (al dan niet deels) tonaal. Hoewel er strikt genomen van toontalen in
Europa niet werkelijk sprake is, komen er in een aantal Europese talen bij bepaalde woorden soms betekenisverschillen voor ten gevolge van
inflectie, voorbeelden hiervan zijn te vinden in het
Lets, het
Limburgs, het
Servo-Kroatisch, het
Sloveens, het
Noors en het
Zweeds.