Een
veenborg was een
landhuis voor welgestelde Groningers in de
Groninger Veenkoloniën. Veenborgen ontstonden in de tweede helft van de 17e eeuw, in dezelfde periode als de
buitenplaatsen in de Noord-Hollandse polders. In vergelijking met de
borgen hadden ze vaak meer land in bezit, maar hadden ze meestal geen of in elk geval minder heerlijke rechten, omdat de eigenaren vaak niet van adel waren. De
Ennemaborg bij
Midwolda wordt vaak ook een veenborg genoemd, maar vormt de voortzetting van een oudere borg.