De
breedtegraad is samen met de
lengtegraad een
geografische positieaanduiding in
bolcoördinaten. De breedtegraad van een plek op Aarde is de hoek die de verbindingslijn tussen die plek en het middelpunt van de Aarde met het vlak van de
evenaar maakt. De breedtegraad varieert van 0° tot 90°, met de toevoeging NB (
noorderbreedte, ten noorden van de evenaar, op het
noordelijk halfrond) of ZB (
zuiderbreedte, ten zuiden van de evenaar, op het
zuidelijk halfrond). Een graad (°) wordt onderverdeeld in 60 minuten ('), een minuut wordt onderverdeeld in 60 seconden ("). Een minuut op een
grootcirkel komt overeen met een afstand van een
zeemijl of 1852 meter. Een graad komt overeen met een afstand van ongeveer 111 km. Een
parallel of breedtecirkel is de lijn die alle punten verbindt met dezelfde geografische breedte. Alle parallellen lopen evenwijdig aan elkaar en zijn denkbeeldige horizontale lijnen in oost-westelijke richting over de aardbol. Afgezien van de
evenaar zijn dit
kleincirkels, waardoor de afstand van een minuut op een breedtecirkel afneemt met toenemende breedte, van een zeemijl op de evenaar tot nul op de
polen.