Volgens de
algemene relativiteitstheorie is een
zwart gat een gebied waaruit niets, zelfs licht niet, kan ontsnappen, vanwege de extreme vervorming van de
ruimtetijd door de
zwaartekracht van een zeer compacte enorme massa. Rond een zwart gat is er een denkbeeldig oppervlak dat als grens optreedt, de
waarnemingshorizon. Vlak boven deze waarnemingshorizon kan het licht nog net aan de zwaartekracht van het zwarte gat ontsnappen.