In de natuurkunde wordt het continuüm gebruikt als een geïdealiseerd model van veel grootheden; zie continuümmechanica. Op de macroscopische schaal van het alledaagse leven is dit de manier waarop mensen naar objecten, zoals een stuk glas, metaal of water kijken: als een ding dat je met het blote oog kunt zien. Dit is in feite ook hoe wetenschappers, zoals Gauss, Stokes en Maxwell, tot het einde van de 19de eeuw keken naar materie voordat het atoom was ontdekt.