De geschiedenis van de westerse filosofie heeft betrekking op de filosofische tradities van de westerse wereld. Hiermee wordt van oudsher Europa bedoeld en later kwam de Nieuwe Wereld met Noord- en Zuid-Amerika daarbij. De westerse filosofie begon vorm te krijgen vanaf de zevende eeuw voor onze jaartelling en is voor een belangrijk deel geworteld in de cultuur van het klassieke Griekenland en het Romeinse Rijk- net als de Arabische filosofie - en in de religies van het westen, voornamelijk het christendom. Ze kan grofweg worden ingedeeld in vier perioden: de klassieke filosofie, de middeleeuwse filosofie, de moderne filosofie en de hedendaagse filosofie.