God is in
monotheïstische religies het Opperwezen, een hogere macht die de unieke schepper en onderhouder is van al het bestaande. Om deze uniekheid te beklemtonen en een onderscheid te maken met de goden uit het
polytheïsme wordt zijn naam met een
hoofdletter geschreven. Van de monotheïstische wereldgodsdiensten hebben het
christendom (2,1 miljard), de
islam (1,5 miljard) en het
jodendom (14 miljoen) de grootste aanhang.