De
Goede Steden (
Bonnes Villes) waren de voornaamste plaatsen van het
Prinsbisdom Luik. Om het statuut van Goede Stad te krijgen moest een stad omwald zijn, of omgekeerd: zo'n stad kreeg het recht een omwalling te bouwen. Zij konden ook deelnemen aan de Staten van Luik en mochten een
perroen oprichten als symbool van de Luikse vrijheid.