De
hoge jurisdictie was tijdens het
Ancien Régime in de
Nederlanden de bevoegdheid om recht te spreken in strafzaken waarin de
doodstraf kon worden opgelegd (zogeheten
halszaken). Andere namen voor de hoge jurisdictie zijn
hoge justitie en
halsrecht. De rechtbank die dergelijke zaken behandelde, noemde men wel het
hoge gerecht of
halsgerecht.