De
Ioniërs waren de tweede stamgroep der
Grieken, die het schiereiland al binnengedrongen waren sedert rond 1900 v.Chr. De
Doriërs verdreven hen van het vasteland met uitzondering van
Attica. De Ioniërs vestigden zich op de noordelijke
Cycladen (onder meer op
Naxos), de
Sporaden, zoals
Chios en
Samos, en de westkust van Klein-Azië ten zuiden van
Smyrna, waar hun belangrijkste steden kwamen te liggen:
Milete en
Ephese.