De
Moabieten waren een
Semitisch volk dat tussen de
13e eeuw v.Chr. en de
6e eeuw v.Chr. leefde in het gebied ten oosten van de
Dode Zee in wat nu
Jordanië is. Het land dat de Moabieten bewoonden werd Moab genoemd. Moab werd in het noorden begrensd door het koninkrijk van de
Ammonieten, Ammon. Ten zuiden van Moab lag
Edom. In het westen vormde de Dode Zee de scheidslijn tussen de Moabieten en de
Israëlieten. De Moabitische taal behoorde tot de Kanaänitische taalgroep en vertoont zeer sterke overeenkomsten met andere Kanaänitische talen als het Ammonitisch, het Edomitisch en het
Klassiek Hebreeuws, de taal van de Israëlieten. Hoewel de beide volkeren aan elkaar verwant waren, maakt de
Bijbel melding van strijd tussen Moab en Israël. De
Stele van Mesa, in de
9e eeuw v.Chr. opgericht door de Moabitische koning Mesa, verhaalt over de succesvolle opstand van Mesa tegen een opvolger van de
Israëlitische koning
Omri, mogelijk
Achab of diens zoon
Joram. Een soortgelijke versie van de gebeurtenissen is terug te vinden in de Bijbel.