Neder-Silezië vormde samen met
Opper-Silezië een provincie van Pruisen van 1741 tot 1870, en vervolgens van Duitsland van 1870 tot 1919, om daarna gesplitst te worden. Van
1941 tot
1945 was het een
gouw van Groot-Duitsland. De geallieerden en de Sovjet-Unie wezen het gebied aan Polen toe, ter compensatie van de gebieden die dat land aan de Sovjet-Unie moest afstaan.