Het
neolithicum of de
nieuwe steentijd is een
prehistorische periode die ca. 11.000 v.Chr. begon. Deze periode wordt gekenmerkt door technische en sociale veranderingen. Deze kwamen voort uit de overgang van een samenleving van
jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die in nederzettingen woonden (
sedentarisme) en aan
landbouw en
veeteelt deden. Zij legden voorraden aan voor slechte tijden. Men spreekt ook wel van de
neolithische revolutie. Deze schijnt in meerdere plaatsen op de wereld onafhankelijk van elkaar in ongeveer dezelfde tijd begonnen te zijn en zich vervolgens van daaruit over heel de wereld verspreid te hebben. De aanvang van de neolithische revolutie en de snelheid waarmee deze zich ontwikkelde, verschilt van regio tot regio en wordt dan ook per regio behandeld. De voornaamste vernieuwingen waren: het gebruik van werktuigen van
gepolijste steen,
keramisch vaatwerk (gebakken potten), de ontdekking van de metaalbewerking (
koper), het
wiel en het
schrift. Een van de eersten om deze term te gebruiken was Sir
John Lubbock in 1865, hoewel de term
neolithic al eerder was geïntroduceerd.