De
paradijsvogel (manucodiata, "Vogels van God") is een bestaand dier (zie
paradijsvogel), maar het werd vroeger
fabelachtige eigenschappen toegeschreven. Het zou een wezen zonder vlees en botten zijn, levend in het
paradijs, waar het zich voedt met dauw. Het heeft geen poten maar haakt zich met twee draden uit zijn staart vast aan een boomtak. Zijn lange, golvende veren zijn ragfijn en stralen goud, oranje, smaragd en kastanjebruin. De vogel daalt alleen af naar de aarde om te rusten.