In de
wiskunde is de
periode (
T) van een
functie f, in de
grafiek voor te stellen als het
kleinste interval langs de
x-as, waarna de functiewaarden zich beginnen te
herhalen. Indien een dergelijk getal bestaat, dan wordt die functie
periodiek genoemd. De
y-waarden van
f zijn dan steeds gelijk aan de
y-waarden gelegen op een afstand
T naar links (in de grafiek).