Saul was volgens de Hebreeuwse Bijbel de eerste koning van de Israëlieten. Hij was een zoon van Kis afkomstig van de stam Benjamin. Zijn koningschap dat hem werd toegekend in Gilgal, een nederzetting uit 1200 v.Chr., wordt gedateerd eind 11e eeuw v.Chr. ca. 1025. Saul had verschillende zonen, onder wie: Jonathan, Malchi-Sua, Abinadab en Esbaäl. Daarnaast had hij twee dochters, Merab en Michal, die huwde met de latere koning David.