De
vang,
praam,
prang of
frein is een remconstructie in een
windmolen die om het
aswiel of
bovenwiel grijpt om het wiekenkruis stil te zetten; vergelijkbaar met een
trommelrem. Ook tijdens stilstand moet de vang ervoor zorgen dat de molen zelfs bij zware storm niet uit zichzelf gaat draaien. De vang van een
bovenkruier wordt over het algemeen bediend door middel van een
vangtouw, dat is bevestigd aan een
vangstok, ook wel
wipstok genoemd. De vangstok werkt als
hefboom; een vergrendeling zorgt ervoor dat de vangstok eerst omlaag moet worden getrokken voordat deze in de rustpositie terugkomt en het wiekenkruis wordt geremd. Het vangtouw wordt vastgezet op een
kikker of horizontale klamp, die op de
staart van de molen vastzit. Bij een draaiende molen kan het vangtouw strak vastgezet worden om te voorkomen dat de molen abrupt tot stilstand komt als de vangbalk van de haak, klamp of duim valt. Bij een stilstaande molen moet het vangtouw juist niet strak vastgezet worden, opdat de vang dan niet kan aanrijgen als de molen uit zichzelf wil gaan draaien.