Vleugel (insect)


De Nederlandstalige Wikipedia - De vrije encyclopedieDownload this dictionary
Vleugel (insect)
De insecten waren de eerste dieren die konden vliegen, lang nog voor de vogels en andere vliegende dieren zoals vleermuizen. De insecten zijn sowieso de enige klasse uit de stam van geleedpotigen die kunnen vliegen. De bouw en werking van de vleugels is wezenlijk anders dan die van andere vliegende dieren. Zo bevatten de vleugels geen botten ter versteviging, omdat insecten deze niet hebben. De vleugels worden verstevigd met aderen. Deze worden volgepompt met bloed nadat een insect voor de laatste keer is verveld, waarna ze uitharden tot een soort raamwerk. Tijdens het uitharden komen ook de eventuele kleuren tevoorschijn, die in het onvolwassen stadium niet zichtbaar zijn, en net na de laatste vervelling zijn ze nog slap en wit. Insecten krijgen altijd pas vleugels als ze het laatste nimf-stadium verlaten of als ze uit de pop kruipen, oftewel als ze volwassen zijn. De larven of nimfen van insecten hebben dus nooit vleugels.

Zie meer op Wikipedia.org...


© Dit artikel maakt gebruik van materiaal uit Wikipedia® en valt onder de GNU-licentie voor vrije documentatie en onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen