De
Zeevolken of "
Vreemden/Volken uit Zee" waren een aantal zeevarende
volkeren uit het
Middellandse Zeegebied rond
1200 voor Christus. Zij traden in sommige gevallen op in een soort alliantieverband en zorgden voor heel wat politieke onrust. Pas in Egypte onder de late
19e dynastie en meer in het bijzonder in het achtste regeringsjaar van
Ramses III werd hen een halt toegeroepen. De Egyptische farao
Merneptah verwijst expliciet naar hen met de term "de vreemde-naties (of 'volkeren') van de zee" (
Egyptisch: nȝ ḫȝt.w n pȝ ym) in zijn grote Karnakinscriptie. Hoewel sommige geleerden menen dat ze
Cyprus,
Hatti en de
Levant binnenvielen, blijft deze hypothese omstreden.. Er zijn theorieën die een verandering in de oorlogsvoering toeschrijven aan de Zeevolken. Deze zou hebben geleid tot een ware omwenteling met grote
politieke gevolgen. Veel
rijken en stadstaten aan de oost- en zuidkust van de Middellandse zee, die tot dan toe hun macht gebouwd hadden op een kern van elite-
strijdwagentroepen, bleken niet opgewassen tegen een nieuw soort
infanterie met langere
zwaarden. Vele
steden werden platgebrand in de
Brandcatastrofe die volgde. Een té grote focus op een wapenwedloop als oorzaak verwaarloost echter ook het tactische voordeel van asymmetrische oorlogvoering en de duidelijke voordelen die een ad hoc georganiseerde maritieme oorlogvoering daarbij kan hebben.