Additieve kleurmenging ontstaat door menging van licht van verschillende
kleuren. Door de menging kan een andere kleur ontstaan. Wanneer de drie lichtbronnen met de
primaire kleuren rood (R),
groen (G) en
blauw (B) samenvallen, ontstaat in principe wit (in de praktijk moet de lichtsterkte goed op elkaar zijn afgestemd omdat anders een kleurzweem ontstaat). Additieve kleurmenging wordt onder andere gebruikt bij
beeldschermen, waarbij elk van de drie lichtbronnen gevormd wordt door een enkel lichtpunt, een
pixel. Voor het oog vallen de bronnen dan samen.