Onder
adelskerk verstaat men de situatie dat op het einde van de vroege of agrarische
middeleeuwen vele
kloosters of kapittels van seculiere kerken bemand waren door personen met een adellijke titel. Aldus vergrootte de
adel zijn kerkelijke bevoegdheden. Tegenover adelskerk kan men het begrip
Rijkskerkenstelsel plaatsen, waarbij de bisschoppen meer wereldse macht toebedeeld kregen van de vorst.