area
area
zn.
streek; gebied; oppervlakte
Area
Oppervlakte
Oppervlakte verwijst in het Nederlands zowel naar een verschijningsvorm, als naar de afmeting daarvan.
- Het oppervlak is het scheidingsvlak aan de bovenkant tussen een lichaam en zijn omgeving.
- Als voorbeeld kan men denken aan het aardoppervlak of het wateroppervlak van de zee
- De oppervlakte is een afmeting, het stelt de grootte van dit scheidingsvlak of een deel ervan voor.
In de normale taal worden beide begrippen door elkaar gehaald.
area
gebied; oppervlakte; streek
area
gebied, terrein
área
areaal [N], gebied [N], oppervlakte, verspreidingsgebied