der


Czech - DutchDownload this dictionary
díra

Portuguese - DutchDownload this dictionary
dar
geven; aangeven; toegeven; geven... { give }
aanreiken, doorgeven, geven; helpen { hand }
handelen; geven; toebrengen; uitdelen;... { deal }
oogsten; produceren, opbrengen;... { yield }
doen; veranderen; veroorzaken;... { render }
geld vooruitgeven { handsel }
geven, verlenen; doorgeven; onthullen { impart }
belonen; overeen laten stemmen; een... { accord }
advies vragen; schenken { confer }
zich veroorloven; geven, produceren { afford }
verstrekken; toewijzen; verzorgen,... { provide }
beheren; toedienen; geven (geneesmiddel) { administer }
veroorloven, toestaan; laten { allow }
opleggen; toedienen, toebrengen { inflict }

Spanish - DutchDownload this dictionary
der. (derecho)
recht (jur.); rechts; rechter hand { right }
gelijk hebben, rechtvaardig handelen;... { right }
rechts; goed, juist, recht; billijk,... { right }
inderdaad; zoals het hoort; precies { right }
rechts, de conservatieven (politiek);... { Right }

German - DutchDownload this dictionary
der
de, het { the }
als { the }
behoort aan { belongs to }
bijbehoren, horen bij { belonging to }

Turkish - DutchDownload this dictionary
demek
zeggen; veronderstellen; van mening zijn { say }
vertellen; zeggen; weten; duidelijk... { tell }
roepen; schreeuwen; uitnodigen;... { call }
noemen, omschrijven als { term }
zegenen, toewensen; een prijs... { bid }
observeren; opletten; oppassen;... { observe }
stileren, ontwerpen; noemen { style }
 
dermek
samendringen; vouwen { bunch }