De Economische en Monetaire Unie (EMU) is een proces tot harmonisatie van het economisch en monetair beleid van de lidstaten van de Unie, met het oog op de invoering van een eenheidsmunt, de euro. De EMU is voorwerp geweest van één van de twee Intergouvernementele Conferenties (IGC) waartoe in Maastricht in december 1991 werd besloten.
Het Verdrag bepaalt dat de EMU in drie fasen tot stand wordt gebracht:
fase 1 (1 juli 1990-31 december 1993): vrij verkeer van kapitaal tussen de lidstaten, grotere coördinatie van het economisch beleid en intensivering van de samenwerking tussen de centrale banken;
fase 2 (1 januari 1994-31 december 1998): convergentie van het economisch en monetair beleid van de lidstaten (met het oog op prijsstabiliteit en gezonde overheidsfinanciën) en oprichting van het Europees Monetair Instituut (EMI) en vervolgens, in 1998, van de Europese Centrale Bank (ECB);
fase 3 (vanaf 1 januari 1999): onherroepelijke vaststelling van de wisselkoersen, invoering van de eenheidsmunt op de wisselmarkten en voor elektronische betalingen, en vervolgens op 1 januari 2002 invoering van de chartale euro.
De derde fase van de EMU ging van start in elf lidstaten. Twee jaar later voegde Griekenland zich bij deze lidstaten. Drie lidstaten hebben de eenheidsmunt niet aangenomen: het Verenigd Koninkrijk en Denemarken, die gebruik hebben gemaakt van hun zogenaamde "opt-out"-clausule, alsook Zweden dat momenteel niet voldoet aan alle criteria wat betreft de onafhankelijkheid van zijn centrale bank.
Op 1 januari 2002 zijn de eurobiljetten en -muntstukken ingevoerd in de lidstaten en hebben zij gefaseerd de oude nationale biljetten en muntstukken vervangen. Op 28 februari 2002 is de overgangsfase verstreken waarin zowel de oude nationale bankbiljetten en muntstukken als de euro in omloop waren. De euro is voortaan het enige wettige betaalmiddel voor meer dan 300 miljoen Europeanen. De uitdagingen voor het welslagen van de EMU op lange termijn zijn de voortzetting van de begrotingsconsolidatie en een betere coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten.
Zie:
Convergentiecriteria
Europese Centrale Bank (ECB)
Intergouvernementele Conferentie (IGC)
Stabiliteits- en groeipact