De
endosymbiontentheorie is de
theorie die de herkomst verklaart van
mitochondria en
chloroplasten in eukaryote
cellen door
endosymbiose. Deze theorie wordt tegenwoordig algemeen geaccepteerd. Volgens de endosymbiontentheorie stammen deze
organellen bij
eukaryoten (zoals planten, schimmels en dieren) af van deze cellen opgenomen
prokaryoten als endosymbionten. Ook verklaart de endosymbiontentheorie hoe
eukaryoten (zoals planten, schimmels en dieren) geëvolueerd zijn uit
bacteriën:
Verdere endosymbiose:
- Onder secundaire endosymbiose verstaat men de opname van een alg (fotoautotrofe eukaryoot) door een heterotrofe eukaryotische cel. Het voorkomen van een nucleomorf maakt dit aannemelijk: een rudimentair overblijfsel van een celkern van de opgenomen alg.
- Tertiaire endosymbiose. Het geheel kan nog verder gecompliceerd worden door de opname van de door secundaire endosymbiose ontstane cel door weer een andere gastheercel. Dit verschijnsel is aannemelijk gemaakt voor dinoflagellaten, waar de chloroplasten door meer dan twee membranen kunnen zijn omgeven.