De
generatietijd van een
organisme (bijvoorbeeld de mens) is de tijdsduur tussen twee vergelijkbare ontwikkelingsstadia van opeenvolgende generaties. In combinatie met het aantal nakomelingen per generatie is het een maat voor de snelheid waarmee een
soort zich kan uitbreiden onder ideale omstandigheden. Bij mensen is de kortst mogelijke generatietijd een jaar of 14, in Nederland gemiddeld echter een jaar of 30. In veel
ontwikkelingslanden is de generatietijd beduidend korter dan in
Nederland (en het aantal kinderen vaak beduidend groter). Het kan in dergelijke landen dan ook makkelijk voorkomen dat meer dan de helft van de bevolking jonger is dan 15 jaar.