glycogeen


De Nederlandstalige Wikipedia - De vrije encyclopedieDownload this dictionary
Glycogeen
Glycogeen is een meervoudig vertakt polymeer van glucose, waarbij de glucose-eenheden aan weerszijden aan elkaar zijn gekoppeld. Het dient als een energieopslag in dieren en schimmels, vergelijkbaar met zetmeel in planten. In de mens wordt het voornamelijk opgeslagen in de spieren en de lever en dient het als secondaire langdurige energieopslag (vetten in vetweefsel dienen als primaire energieopslag). Uit voedsel opgenomen koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen in de lever (de hoogste concentratie) en in de spieren (de grootste hoeveelheid), waar het wordt gebruikt als makkelijk aanspreekbare energievoorraad. Glucose is hier zelf niet geschikt voor, omdat de osmotische waarde te groot zou worden (er dreigt veel water naar binnen te diffunderen). De moleculaire massa van glycogeen ligt tussen 106 en 107 Dalton. Het glycogeen dat met het voedsel binnenkomt, wordt door het enzym alpha-amylase in de darm gesplitst tot maltose en isomaltose.

Zie meer op Wikipedia.org...


© Dit artikel maakt gebruik van materiaal uit Wikipedia® en valt onder de GNU-licentie voor vrije documentatie en onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen