De gregoriaanse kalender, een aanpassing van de daarvoor gebruikte juliaanse kalender, werd voor het eerst voorgesteld door de Napolitaanse arts Aloisius Lilius, en werd overgenomen door het Concilie van Trente (1545-1563). Paus Gregorius XIII kon pas in 1582 met de bul Inter gravissimas deze kalenderhervorming doorvoeren. Bij de invoering liepen de weekdagen zonder onderbreking door: op donderdag 4 oktober volgde vrijdag 15 oktober 1582. Door het weglaten van die 10 dagen werd het begin van de lente teruggebracht naar 21 maart.