Kunstmatige selectie is in de
biologie het mechanisme waarmee bepaalde eigenschappen of een combinatie van eigenschappen bewust worden geselecteerd bij het
fokken van
dieren of
veredeling van
planten. Het begrip werd voor het eerst gebruikt door
Charles Darwin. Darwin zag dat veel
gedomesticeerde soorten eigenschappen hebben die opzettelijk door de
mens zijn geselecteerd bij het fokken of kweken. De mens selecteert alleen de individuen met de gunstige eigenschappen om nageslacht te krijgen, zodat deze eigenschappen steeds vaker voor gaan komen.