Het Romeinse
legioen (Latijns
legio, van
legere = verzamelen) was de militaire basiseenheid in het Romeinse leger. De eenheid bestond uit circa 5000 tot 6000 (later 8000)
infanteriesoldaten en meerdere honderden manschappen ondersteunende
cavalerie,
boogschutters, en lichte infanterie in de rol van verkenner. Legioenen hadden een naam en een nummer; ongeveer 50 zijn er bekend. Normaal gesproken waren er circa 30 plus hun hulptroepen in actieve dienst, uitbreidbaar indien nodig en mogelijk.