Moreel wordt gebruikt voor de geestesgesteldheid, geestelijke weerbaarheid, de moed, werkkracht of strijdlust die iemand bezielt of die ontbreekt. Moreel betekent 'zedelijk kracht', 'zedelijke moed', 'zelfvertrouwen' of 'de wil om door te zetten'. Moreel wordt vaak verward met
moraal waar men 'zedenleer' onder verstaat. Onder invloed van het
Frans wordt dit onderscheid soms over het hoofd gezien. Voornamelijk in de wielersport wordt in het
jargon van de coureurs en de
sportjournalisten de term moraal wel gebruikt in dezelfde betekenis als moreel. In de
woordenboeken wordt dit gebruik niet, in de
literatuur wel afgekeurd. Aangezien moraal in deze betekenis niet algemeen is en alleen in een beperkte groepstaal voorkomt, wordt er aangeraden de betekenissen uit elkaar te houden.