In de
topologie, een deelgebied van de
wiskunde, is een
oppervlak een
tweedimensionale topologische variëteit. De bekendste voorbeelden van oppervlakken zijn de begrenzingen van vaste
lichamen in de gewone driedimensionale
Euclidische ruimte,
R3. Aan de andere kant bestaan er oppervlakken die niet kunnen worden
ingebed in de driedimensionale Euclidische ruimte zonder
singulariteiten te introduceren of zonder dat deze oppervlakken zichzelf kruisen - dat zijn de
niet-oriënteerbare oppervlakken. Op
oriënteerbare oppervlakken kun je twee kanten aanwijzen, bijvoorbeeld de binnen- en buitenkant van een
bal. Bij niet-oriënteerbare oppervlakken is dat niet mogelijk, een voorbeeld van een niet-oriënteerbare oppervlak is de
Möbiusband.