Een stof is
optisch actief als deze stof de richting van de
polarisatie van doorvallend licht verandert. In zijn algemeenheid is dit het geval als het molecuul en zijn spiegelbeeld op dezelfde wijze niet exact gelijk zijn als een linker schoen en een rechter schoen. Het
molecuul is
chiraal en naast de gewone
structuurisomeren zijn er ook
stereo-isomeren. Meestal bevat het molecuul dan
asymmetrische koolstofatomen al is dat niet noodzakelijk. (een optisch actieve stof bevat wél altijd ten minste één asymmetrisch koolstofatoom.) Een, ook in de historie van de optische activiteit, belangrijk voorbeeld wordt gevormd door
wijnsteenzuur. Het aantal optische isomeren hangt af van de hoeveelheid aanwezige asymmetrische koolstofatomen. Over het algemeen geldt dat een optisch actieve stof 2^n (n = aantal asymmetrische C-atomen) stereo-isomeren heeft. Een mengsel met de twee chirale isomeren van een stof, waarbij de concentratie van beide isomeren gelijk is, noemt men een racemisch mengsel. Dit mengsel is niet optisch actief omdat beide isomeren elkaar tegenwerken. Dit heet uitwendige compensatie.