Een
(energie)spaarlamp of
compacte fluorescentielamp (CFL) is een in de
jaren 70 ontwikkeld type
lamp dat eind
jaren 80 op de markt kwam. De eerste generatie was in verhouding duur en had geen significant hoger rendement dan de gloeilamp. De huidige (vierde) generatie spaarlampen is goedkoper te produceren en heeft een hogere
efficiëntie. Spaarlampen zijn
fluorescentielampen, net als
tl-lampen met een inductieve
cos f van 0,5 à 0,6. Rond 1982 had de eerste versie met een gewone ballast de bijnaam "dikke nek", ietsje later volgde de spaarlamp met elektronische ballast met zijn schuilnaam "lange vingers".