Supergeleiding (vroeger ook wel
suprageleiding genoemd) is het verschijnsel dat de
elektrische weerstand van sommige materialen beneden een bepaalde (meestal zeer lage) temperatuur opeens helemaal verdwijnt. Het verschijnsel is op 8 april
1911 in
Leiden ontdekt door
Heike Kamerlingh Onnes bij zijn baanbrekende werk op het gebied van de extreem lage temperaturen. In de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw vond men ook supergeleiding bij veel hogere temperaturen in keramische materialen.