vruchtbeginsel


De Nederlandstalige Wikipedia - De vrije encyclopedieDownload this dictionary
Vruchtbeginsel
Het vruchtbeginsel of ovarium is een onderdeel van de stamper van een bloem. De stamper is de binnenste krans van de bloem. Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel en kan opgebouwd zijn uit één of meer vruchtbladen (carpellen). De vaatbundel in het vruchtbeginsel wordt de chalaza genoemd. In het vruchtbeginsel zitten één of meer zaadknoppen, die met de zaadstreng (funiculus), ook wel navelstreng genoemd, vastzitten aan één of meer zaadlijsten, ook wel placenta genoemd. De zaadknoppen kunnen wandstandig, randstandig, hoekstandig (Narcis), vrij in het midden, vrij op de bodem (basaal), rechtopstaand (basaal) of hangend aan de top geplaatst zijn. Een zaadlijst is de vergroeiing van de twee bladrandhelften van het vruchtblad. Zo wordt er gesproken van één-, twee-, en driehokkige vruchtbeginsels. Het vruchtbeginsel kan boven- (hypogynisch), tussen-, onderstandig (epigynisch) of perigynisch zijn. Bij een onderstandig vruchtbeginsel zijn de kelkbladen, kroonbladen en meeldraden aan de bovenkant van het vruchtbeginsel ingeplant. Zijn deze aan de onderkant ingeplant dan wordt dat een bovenstandig vruchtbeginsel genoemd. Een onderstandig vruchtbeginsel is oorspronkelijk uit een bovenstandig vruchtbeginsel ontstaan, waarbij de bloembodem om het vruchtbeginsel naar boven is gegroeid. Op de foto van de kievitsbloem (Fritillaria meleagris) zijn 2 bloembladen en een meeldraad verwijderd om een beter zicht te krijgen op de bloemonderdelen. Deze bloem heeft een bovenstandig vruchtbeginsel, dat uit drie hokken bestaat. Daarnaast een foto van de witte bes dat een onderstandig vruchtbeginsel heeft.

Zie meer op Wikipedia.org...


© Dit artikel maakt gebruik van materiaal uit Wikipedia® en valt onder de GNU-licentie voor vrije documentatie en onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen