Ali ibn Aboe Talib, ook
imam Ali of
kalief Ali (
Arabisch: علي ابن أبي طالب) (
Mekka, c.
598 —
Koefa,
661) was een neef en schoonzoon van de
islamitische profeet Mohammed. Hij was voor de
soennieten de vierde
kalief (656 - 661) of opvolger van Mohammed en voor
sjiieten en
alevieten tevens de eerste
imam van
de Twaalf Imams (net zoals de voorgaande profeten Jezus en Mozes hun twaalf apostelen/discipelen gehad zouden hebben). Sjiieten en alevieten zijn van mening dat Ali de eerste kalief had moeten zijn volgens de wil van Mohammed en van God. Ook binnen het
Soefisme wordt Ali als belangrijkste van alle metgezellen van Mohammed gezien, omdat hij speciaal werd onderwezen door de Profeet. Hij wordt in veel kringen ook wel de
vader van het soefisme genoemd. De
Hadith (uitspraak) waarin Mohammed zegt: "Ik ben de stad der Kennis, Ali is de Poort ervan!" wordt belangrijk geacht in het Soefisme. Hij staat in de islam bekend om zijn moed, heldhaftigheid, kracht, geduld, wijsheid en kennis. Hij was de eerste jongere om de islam te betreden en verbleef vervolgens, voor de
emigratie dicht bij Mohammed. Hij wordt beschouwd als de beste student van Mohammed.